Kennedy doet mee aan de Landelijke Vreemdelingen Voorziening (LVV). Dit is een landelijke pilot die in vijf steden plaatsvindt. Eindhoven is een van de pilotsteden. De LVV is een samenwerkingsverband tussen de gemeente, de IND, de DT&V, de vreemdelingenpolitie en NGO’s. Het idee is dat door de samenwerking tussen deze verschillende partijen doorbraken bereikt kunnen worden op vastgelopen dossiers. Kennedy is een van de cliënten van VidK die mee doet aan de pilot. Kennedy is op tweejarige leeftijd met zijn moeder vertrokken uit Kenia. In Nederland hebben ze verschillende procedures doorlopen, maar vielen altijd overal net buiten. Ze voldeden net niet aan de criteria voor het generaal pardon, het kinderpardon of de afsluitingsregeling van het kinderpardon. Ondertussen wonen ze al 20 jaar niet meer in Kenia, spreekt Kennedy vloeiend Nederlands en is hij volledig ingeburgerd. We hadden gehoopt dat de LVV een oplossing zou bieden voor de schrijnende situatie waarin Kennedy zich bevindt. Helaas is er nog geen doorbraak gekomen en zit Kennedy nog steeds in dezelfde situatie. Hieronder vertelt Kennedy zijn eigen verhaal Hij vertelt hoe het is om als ongedocumenteerde in Nederland te leven en wat zijn verwachtingen van de LVV waren.
“Ik ben Kennedy, 22 jaar oud en ik zit op school. Ik studeer in Tilburg aan het ROC en volg daar de opleiding web- en software-developer. Dit is een niveau 4 opleiding en ik zit in het tweede leerjaar. Na deze opleiding wil ik graag doorstuderen. Ik denk er aan om de ICT businesskant op te gaan of de zorg. De zorg trekt mij enorm aan. Toegepaste psychologie of sociaal werk om precies te zijn. Wel moet ik me er nog beter in gaan verdiepen. Naast Nederlands spreek ik Engels en versta ik bijzonder goed Duits.
In Nederland heb ik veel vrienden. De meeste wonen in Tilburg en een aantal in Eindhoven. Ik ken ze van school en van buiten. Ook ga ik nog om met mijn oud klasgenoten. Met hen breng ik veel tijd door. Met het mooie weer gingen we bijvoorbeeld naar het sportpark. We chillen buiten en hangen wat rond. Zeker met corona is er weinig te doen. We zijn samen aan het ‘nietsen’, maar praten wel veel. Ik woon al een hele tijd in Eindhoven.
De reden dat ik naar Nederland ben gekomen is dat ik met mijn moeder meeging. Ik was toen pas twee jaar oud. Ik woon nu twintig jaar in Europa. Waarvan ik twee jaar in Zweden heb gewoond, ongeveer zes maanden in Oostenrijk en de rest in Nederland. Van Zweden kan ik de sneeuw en school herinneren. Van Oostenrijk eigenlijk niets. Van Kenia kan ik me niets herinneren.
Ik had gehoopt dat de LVV in mijn zaak meer duidelijkheid zou geven. Stiekem had ik wel gehoopt op een verblijfsvergunning. Dat was mijn verwachting. Wat het mij heeft opgeleverd is dat we het negatieve besluit op onze aanvraag via de LVV eerder te horen kregen. Daardoor was ik voorbereid toen we het definitieve besluit (de beschikking) kregen. Op deze manier was het een minder zware klap.
Ik vind het fijn dat de mensen in de LVV echt voor ons willen werken. Ze erkennen dat mijn situatie heel bijzonder is en ik eigenlijk in Nederland moet blijven. De LVV doet haar best om een plan te bedenken om ervoor te zorgen dat ik alsnog een vergunning krijg. Nu wacht ik op een duidelijk stappenplan om dit ook daadwerkelijk te behalen.
Ik leef mijn hele leven al als ongedocumenteerde. Ik ken niets anders. Wat ik lastig vind is dat als mijn vrienden zeggen:
“Kom we gaan daar naartoe”. Ik kan dan niet altijd mee. Dat is moeilijk voor mij. Mijn vrienden begrijpen mijn situatie niet echt. Ik vind het moeilijk om mijn situatie steeds uit te leggen. Ze beseffen niet hoe het is om zonder papieren te leven. Ze zeggen soms: “Kom we gaan naar de discotheek of naar België”. Dan kan ik niet mee. Ook was er een keer vanuit school een stedentrip naar Engeland. Al mijn vrienden gingen en ik was graag meegegaan, maar dat ging natuurlijk niet.
Het zijn meestal de kleine dingetjes die het moeilijk maken. De kleine dingen waar mensen niet bij stil staan. Denk bijvoorbeeld aan een pakketje bestellen en bezorgen. Gewoon bij een onlineshop. Dat moet altijd via via.
Ik kan dromen over de toekomst en over wat ik wil, maar als het niet uitkomt ben ik niet meer teleurgesteld. Alles kan
gebeuren. Het is meer een hoop. Een sterk plan maken om een doel te bereiken doe ik niet meer. Het kan zijn dat ik morgen per direct moet vertrekken en dan moet je alles opnieuw bedenken. Zeker de laatste periode leef ik met de dag. Ik weet niet of het door corona komt of de situatie waarin ik nu ben beland.”